Schout-bij-nacht Willem Crul

Willem Crul

Arjen Buikstra

Geboren in Zuidland en publiceerde twee boeken over de historie van zijn geboortedorp. In 2021 verscheen het boek "De laatste reis van de Mars", over het onderzoek dat hij en zijn dochter Anne deden naar dit Rotterdamse oorlogsschip (1778-1781). Houdt zich bezig met genealogisch, in combinatie met (maritiem) historisch onderzoek.

De namen van de grote zeehelden die in het harnas stierven zoals Michiel de Ruyter, Maarten Tromp, Piet Hein, Witte de With kennen we  allemaal wel. Ze zijn de admiraals waarmee we zijn grootgebracht op school en wiens heldendaden de hemel in geprezen werden. De naam van Willem Crul kent vrijwel niemand. De schout-bij-nacht van de Rotterdamse marine die ook in de strijd omkwam is een vergeten zeeheld en dat had een aantal redenen.


De geboren Haarlemmer (21 november 1721) die de titel Heer van Burgst mocht dragen, was ter wereld gekomen in de verkeerde eeuw. De Gouden zeventiende eeuw was de eeuw waar de grote zeehelden hun naam maakten, waar Nederland de lakens uitdeelde op het economische en maritieme wereldtoneel en alle omstandigheden met diverse oorlogen gunstig voor heldendaden waren.
In de achttiende eeuw was Nederland afgegleden tot de eerste divisie van het maritieme strijdtoneel, waar Engeland en Frankrijk de dienst uitmaakten. Economisch lagen de gouden tijden ook achter ons, waardoor de marine, noodgedwongen door weinig financiële armslag, aanzienlijk was gekrompen en tevens oorlogen door de politiek werden gemeden omdat er simpelweg geen geld voor was.
Wat Crul ook niet geholpen heeft om in de geschiedenisboeken stand te houden is dat hij geen noemenswaardige overwinningen op zijn palmares had staan. Piet Hein had de zilvervloot, De Ruyter had Chatham maar Crul had niets meer dan een paar schermutselingen met Berberse kapers in het Middellandse Zee gebied. Daar kon Crul weinig aan doen, er waren geen oorlogen om heldendaden in te verrichten.

Een andere reden was dat toen er zich eindelijk een oorlog aandiende, deze weinig tot de verbeelding sprak. De Vierde Engelse oorlog (1780-1784) was ongewenst en speelde zich grotendeels zonder noemenswaardige confrontaties en ver weg van Nederland af waardoor het niet leefde onder het gewone volk.
Die Vierde Engelse oorlog was een gevolg van de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd, waarbij de kolonie zich los probeerde te maken van het Engelse moederland en daarbij militair gesteund werd door Frankrijk en Spanje. Engeland was op zoek naar bondgenoten en hoopte deze te vinden in Nederland maar de lage landen beriepen zich op de neutraliteit. Die neutraliteit was grotendeels gebaseerd op economische belangen. Zelf oorlog voeren is ontzettend duur, maar aan de oorlogen van anderen kan goed verdiend worden.
Vrijwel de gehele wereldhandel met de Amerikanen ging via de Nederlandse vrijhaven Sint Eustatius. Het piepkleine eilandje van een paar vierkante kilometer in het Caribisch gebied was daarmee een doorn in het oog van de Engelsen, want hoewel volgens de Nederlandse Republiek alleen maar legitieme goederen verhandeld werden, was het een publiek geheim dat alles, inclusief wapens, te koop was op het eiland.  De gunstig gelegen ‘Gouden Rots’ zat als een spin in het web van alle wereldhandel en dagelijks was het een komen en gaan van schepen waarbij er voortdurend tussen de honderd en tweehonderd schepen op de rede lagen te wachten om te lossen of te laden. Daarnaast had het eiland de discutabele nummer één positie van Curaçao overgenomen als middelpunt van de slavenhandel. Dit alles bij elkaar zorgde ervoor dat de Republiek onder leiding van Willem V weinig trek had om de lucratieve handel op het spel te zetten en bleef zich verschuilen achter de opgeworpen neutraliteit.

In deze context vertrok schout-bij-nacht Willem Crul in het najaar van 1780 met het Rotterdamse vlaggenschip Mars vanuit marinehaven Hellevoetsluis naar Sint Eustatius om daar het eiland te beschermen tegen Engelse kapers die het hadden voorzien op met name Amerikaanse schepen. Crul had er bij de admiraliteit op aangedrongen om buiten het orkaanseizoen naar het eiland te gaan maar zonder resultaat en hierdoor belandde het schip begin oktober in de dodelijkste orkaan in de geregistreerde geschiedenis. De Grote Orkaan van 1780 eiste tussen de 20.000 en 30.000 slachtoffers in het Caribische gebied maar door de juiste keuzes van Crul en zijn kapitein Van Halm bleef de Mars een ondergang bespaard.

Het noodlot achtervolgde echter Crul en de Mars. Hoewel het schip net was vertrokken van Sint Eustatius toen een Engelse invasievloot het eiland met 3000 soldaten innam (het Nederlandse regiment op het eiland bestond uit 42 soldaten en slecht onderhouden forten) werden drie Engelse oorlogsbodems achter de Mars en zijn handelsvloot gestuurd. Binnen een dag hadden ze de trage vloot achterhaald. Crul was zich nog onbewust van de oorlogsverklaring van de Engelsen en kleedde zich in officieel tenue om de Engelsen te woord te staan. Na verstaan te hebben gekregen dat de Mars zich diende over te geven danwel het gevecht aan te gaan, besloot Crul tot het laatste.
Een uur lang ongelijk vuurgevecht resulteerde in een gehavende Mars met meerdere doden en gewonden. Onder hen ook schout-bij-nacht Willem Crul die tot twee keer door een Engelse scherpschutter was getroffen. Het opzichtige tenue had hem een gemakkelijk doelwit gemaakt.

De doden werden overboord gezet, maar het stoffelijk overschot van Willem Crul werd samen met schip en bemanning terug naar Sint Eustatius gesleept. Hier werd de schout-bij-nacht met veel eerbetoon, mede door de Engelsen, in het gouverneursgraf bijgezet.
In Den Haag probeerde men de dood van Willem Crul te verzilveren door zijn heldendaad te propaganderen en zo de zwalkende marine aantrekkelijk te maken voor de zo broodnodige mankrachten. Het mocht niet veel baten en Willem Crul werd snel weer vergeten, totdat er in 1976  ineens kortstondig aandacht voor hem was. Op Sint Eustatius werd door de Amerikanen, ter ere van hun tweehonderd jaar bestaan, een groot feest gehouden want het was ten slotte op dat eiland in 1776 dat ‘the first salute’ werd gegeven: De eerst erkenning van de nieuwe Amerikaanse natie door een ander land. Van de gelegenheid werd gelijk gebruik gemaakt om het anonieme graf van Willem Crul te voorzien van een gedenksteen.
Sindsdien rest Willem Crul, met uitzondering van een straatvernoeming in Den Bosch waar hij een groot deel van zijn leven had gewoond, weer de anonimiteit; en in een tijd waar oude zeehelden eerder van hun sokkel worden getrokken dan afgestoft, zal dat waarschijnlijk zo blijven.


Over Willem Crul en de Mars is een boek verschenen, De laatste reis van de Mars en schout-bij-nacht Willem Crul. ISBN 9789082737325

Deel dit artikel via

Gerelateerde artikelen

058 Anthonij Willem Cassa

058 Anthonij Willem Cassa

Anthony Willem Cassa komt op 25 maart 1780 als 17-jarige cadet aan boord van de Mars. Voordat hij een jaar later...